De betekenis van wapenfiguren is lastig te doorgronden. Maar duidelijk is, dat hoe meer het symbool de essenties van het menselijk bestaan nadert (en vaak een religieuze lading krijgt), hoe minder veranderlijk die betekenis is. Denk maar aan het doodshoofd, het hart en het kruis. Een ander symbool waarvan de betekenis tamelijk eenduidig is, is het anker. Er zijn veel verschijningsvormen. Wie voeren ze?

Ankers staan voor hoop. De Hoop wordt traditioneel afgebeeld als een vrouw, staande op een grond die een anker naast haar heeft staan. Soms heeft ze op een van haar handen een vogel zitten, zoals bij het familiewapen De Hoop. Die vogel kan oorspronkelijk een duif geweest zijn, omdat zij geassocieerd wordt met de duif die tijdens de zondvloed naar Noach terugkeerde met een olijftak in haar snavel (het vooruitzicht op veilig land).
Het anker staat dus voor het borgen van zekerheden. Soms ook, wordt de Hoop met een feniks geassocieerd, een mythologische vogel die verbrandt en uit zijn eigen as herrijst. Hij kan, net als de hoop, als het ware herleven. Hieronder midden: de gevelsteen De Hoop uit de serie van ‘geloof hoop en liefde’, Nieuwehaven 40 Edam; rechts de gevelsteen met de Hoop aan de Spiegelgracht 15 in Amsterdam. De feniks is rechts klein afgebeeld.

 

        

Verschijningsvormen

Heraldische ankers worden standaard rechtop afgebeeld. Bovenaan zit de ring, daaronder het dwarshout. Soms zit er aan de ring een touw of tros die rond de verticale stang is geslingerd. In dat geval noemen we het anker onklaar. Soms is er sprake van een dubbel anker: een verticale stang met aan de boven-  en onderzijde de armen en bladen. Ankervormen laten zich ook goed verwerken in merken, zoals bij de familie Bon (hieronder links). Een anker zonder dwarshout en met twee of meer armen heet een (enter)dreg. Deze werd onder andere in de scheepvaart gebruikt maar dan om te vissen of te enteren. De dreg komt in Nederland slechts één keer voor, en wel op het ongedateerde lakzegel van een zekere Jacque de Maulde (zie hieronder), wiens familie waarschijnlijk niet uit Nederland afkomstig was (zie cbgfamiliewapens.nl).

 

             

Sneupen met de gebroeders Anker

In Nederland zijn er honderden wapens met een anker. Ook vertonen de familiewapens Anker, in ’t Anker (afgeleid van een herberg?), Van Ankeren, Ankeringa, Ankersmit (een beroepsnaam) een anker, waarmee ze tot de zogenoemde sprekende wapens behoren.
Rondom de familienaam Anker, u weet wel, van de Friese gebroeders Wim en Hans, die binnenkort in de serie Verborgen verleden te gast zijn, zou een familiewapen gesignaleerd zijn. We gingen daarom alvast wat in onze CBG-collecties sneupen. In de collectie Steenkamp-Damstra troffen we een wapen Anker aan met een afwijkende omgekeerde vorm, namelijk met de ring omlaag en het dwarshout alleen aan de heraldisch linkerzijde (zie hieronder, coll. cbgfamiliewapens.nl). Ook hier tasten we voor wat betreft de precieze betekenis in het duister. Bij het wapen, dat onder andere op een negentiende-eeuwse lakafdruk voorkomt, is geen duidelijke bron opgegeven. Een ander wapen Anker in diezelfde collectie vertoont een dwarsbalk met erboven een uitkomende adelaar en eronder een geruit veld. Ook dit wapen heeft geen bronvermelding of een connectie met een persoon. Een volgende check in de collectie Muschart leverde niets op. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er nooit een familiewapen is gebruikt. 

 

 

Bewijslast

Waar je in zo’n geval tegenaan loopt, is de bewijsvoering. We zouden eerst de stamreeks van de gebroeders moeten kennen, want een naamsovereenkomst zegt op zich niet veel. Vervolgens moet je de data uit die reeks één op één kunnen leggen naast de persoonsgegevens van een historische wapenvoerder. Doorgaans gaat de vererving van het wapen van vader op zoon met de familienaam mee, maar als de naam in de vrouwelijke lijn verspringt kunnen ook andere naamdragende nakomelingen het wapen gebruiken. Zo op het eerste gezicht is er geen reden aan te nemen dat de Friese advocaten een wapen kunnen gebruiken dat juridisch te onderbouwen is. De heren hadden tot nog toe wel andere vormen van bewijsvoering aan hun hoofd. Bovendien is het níet hebben van een wapen ook wel zo chique, of op z’n Fries gezegd: waerdich.

 

Foto: NTR/BlazHoffski